Ga toch breien!
Het beeld staat in mijn geheugen gegrift; mijn oma zit in haar Engelse, geelbruine, leren stoel, in de hoek van de grote woonkamer. Ze is volledig in zichzelf gekeerd en op haar schoot ligt een breiwerk. Met volle aandacht werkt ze aan een nieuw kunststuk. Een trui, een sjaal, een paar sokken of een vest. Vaak voor de kleinkinderen.
Ik herinner me het monotone getik van de breipennen, in een razend tempo, zo nu en dan aangevuld met wat binnensmondse gemompel. Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden, steeds weer opnieuw.
Mijn oma kwam soms bij ons langs, speciaal omdat ik even moest passen. Ik onderging het, maar vond het niks. Vaak moest ik er mijn eigen spel voor onderbreken, het kriebelde en het zag er raar uit; zo’n halve trui met overal nog breinaalden. Maar het eindresultaat was altijd verbluffend. Dikwijls kreeg ik een trui voor mijn verjaardag. Dat gold ook voor de trui op foto. Ik zal een jaar of 6 á 7 zijn geweest, hield van auto’s, m.n. Volvo’s en mijn geboortedatum vormde het nummerbord. Ik heb de trui nog steeds, hoewel op enig moment ook de motten em een tijdje hebben bewoond.
Schemeren
Het breien van mijn oma leidde tot een concrete opbrengst in de vorm van een kledingstuk, maar pas later ontdekte ik dat het ook nog een andere functie had. Breien geeft (mits je er vaardig in bent) rust in het hoofd. Het vraagt voldoende hersenactiviteit om er niet bij in slaap te vallen, maar het is niet zo intensief dat er geen hersenruimte meer over is voor andere dingen. Daardoor kunnen de belangrijke gedachten worden gescheiden van de onbelangrijke. Ik noem dat ‘schemeren’.
Mijn oma kon tijdens het verwoede breien ineens tegen mijn opa zeggen dat ze iets écht niet moesten vergeten (belangrijke gedachte). En ook het voeren van diepgaande gesprekken of pittige discussies ging gewoon door.
Efficiënt is niet altijd rustig
Vroeger waren er veel meer natuurlijke ‘schemermomenten’; bijvoorbeeld wanneer je wachtte op de bus of jouw afspraak iets later was. Ook een wandeling in de natuur, een lange autorit of een fietstocht kon dit effect hebben.
Tijdens ‘schemermomenten’ lijk je haast gedachteloos. Je denkt niet actief ergens aan, maar ineens krijg je een antwoord, een ingeving of een inzicht.
Tegenwoordig vullen we veel van deze momenten op. Loop maar eens langs een willekeurige bushalte. En ook tijdens het wandelen of fietsen luisteren we naar een podcast of muziek; lekker efficiënt!
Op zichzelf is daar niks mis mee, maar het zorgt er wel voor dat er weinig natuurlijke momenten meer over zijn waarin we echte kunnen afdwalen en onze geest tot rust komt.
Drukke hoofden uitzetten
Ik begeleid mensen die een sterk gevoel van onrust ervaren. Vaak hebben ze een druk hoofd, dat nooit ‘uit’ staat. Ze denken en piekeren. Elk vrij moment wordt opgevuld met prikkels en hun systeem komt niet meer tot rust.
Ik neem ze dan letterlijk mee op stap. Terug naar de natuur, in stilte. Zitten bij een vuur en kijken naar de vlammen. De bomen tellen in het bos. Hangen op een bankje. Een ademhalingsoefening.
En daar ontstaan de inzichten, daar komen de antwoorden. Eigenlijk liggen ze voor het oprapen, maar om ze te kunnen pakken moet je wel even inhouden.
Vervolgens vraag ik ze om in hun leven meer te gaan ‘breien’; activiteiten opzoeken waarin ze even niks hoeven, zichzelf toestaan om af te dwalen, te mijmeren en schemeren.